Met het hijsen van de vlag waren echter nog niet alle Japanse verdedigingsstellingen op de vulkaan ingenomen. In de dagen hierna volgde nog zware strijd. Generaal Kuribayashi verbood een grote tegenaanval, toen Ichimaru hem hiervoor om toestemming verzocht.
Het landingsgebied was met het in handen krijgen van de vulkaan deels veilig gesteld. Nu kwamen er meer mariniers en zware uitrusting aan land. De invasie werd uitgebreid om de vliegvelden en de rest van het eiland in handen te krijgen. In de hierop volgende weken bleef de strijd over het gehele eiland uiterst taai. Met traditionele moed vochten de Japanners tot de dood. Van de 22.000 verdedigers werden slechts 200 man gevangengenomen.
De geallieerde strijdkrachten telden 21.000 slachtoffers, waarvan 7000 doden. Een kwart van de Medal of Honor onderscheidingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan Amerikaanse mariniers werden toegekend, waren voor de verrichtingen op Iwo Jima. Op 26 maart 1945 werd het eiland veilig verklaard.
Admiraal Chester W. Nimitz zou de gevechten als volgt omschrijven:Onder de mannen die op Iwo Jima vochten, was ongewone moed een gewone eigenschap.
De prijs voor Iwo Jima was aan beide zijden hoog. De prijs was het voor de Amerikanen echter wel waard. Tegen het einde van de oorlog hadden 2400 B-29 bommenwerpers met 27.000 bemanningsleden een noodlanding op het eiland gemaakt.
Bronnen, noten en/of referenties |
![]() | Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Battle of Iwo Jima op Wikimedia Commons. |